De opslagtemperatuur heeft absoluut invloed op de kwaliteit van het bier.
Hoge bewaartemperaturen kunnen Dimethyl Sulfide produceren - een gekookte mais/groente-achtige smaak. Hoge temperaturen kunnen ook de afbraak van gist (autolyse) veroorzaken, wat vleesachtige/vegemiet/marmite/misoachtige smaken geeft. Ref: https://www.beercartel.com.au/blog/beer-storage-the-dos-and-donts-of-storing-and-cellaring-beer/ (Er zijn nog veel meer referenties als je zoekt.)
De opslagtijd bij die temperatuur is uiteraard ook een factor.
De veranderingen hangen ook af van het soort bier dat wordt bewaard. Als het bier een gepasteuriseerd en/of volledig gefilterd product is, zijn doorgaans alle gist en zwevende eiwitten verwijderd. Gisten kunnen niet autolyseren als ze verwijderd zijn.
Bieren met veel hop verliezen hun smaak en “hoppigheid” veel sneller als ze warm bewaard worden - zelfs als ze goed bewaard worden, is het beter deze bieren eerder te drinken dan ze in de kelder te bewaren. Ik bewaar al mijn hoppige bieren altijd in de koelkast (behandel ze als zuivelproducten).
Als vuistregel geldt: bewaar je bieren rond 10C / 50F zonder veel variatie.
Persoonlijk koop ik alleen wat ik in de koelkast kan bewaren, want een stabiele 10C is onmogelijk waar ik woon.